Banqueting house

In 1698 werd het koninklijke paleis in Londen, het Palace of Whitehall, grotendeels door brand verwoest. Het Banqueting House van Inigo Jones uit 1622 bleef gespaard. Architect Inigo Jones introduceerde het palladianisme in Engeland. Ook het Banqueting House werd in deze bouwstijl ontworpen.
Paleis van Whitehall
Het Palace of Whitehall was van 1530 tot de brand in 1698 de belangrijkste koninklijke residentie in Londen. Deze functie was voordien vervuld door het Palace of Westminster. Naast het Banqueting House bestond het Whitehall-complex ook uit het parlement en een groot aantal gebouwen waarin overheidsdiensten waren ondergebracht.
Inigo Jones
Banqueting House werd ontworpen door Inigo Jones. De befaamde Britse architect raakte in Italië bekend met het werk van Andrea Palladio. Eenvoud en harmonie waren de kenmerken van het palladianisme. De architecten grepen terug op de bouwkunst van de oudheid. In Nederland was Jacob van Campen een belangrijke vertegenwoordiger van het palladianisme. Van Campen is vooral bekend van het Paleis op de Dam en Paleis Noordeinde. Inigo Jones was later onder meer betrokken bij de bouw of verbouwing van Wilton House, Chevening House en Queens House.
Uitbreiding Whitehall
Inigo Jones deed geen enkele moeite om zijn uitbreiding van Whitehall te laten harmoniëren met het reeds bestaande paleiscomplex. De bouw werd begeleid door Nicolas Stone, een beeldhouwer uit Devonshire die zijn opleiding in Nederland had gekregen. Hij zou ook sculpturen voor de Guildhall in Londen houwen, waaronder dat van koning Karel I.
Kunst
Het Banqueting House werd in 1622 opgeleverd. De bezoekers werden betoverd door het plafond dat werd beschilderd door Peter Paul Rubens. Voor het gebouw plaatste men later een ruiterstandbeeld van Karel I, de koning die op deze plek in januari 1649 in opdracht van Oliver Cromwell onthoofd werd.